BROADWAY GETEST: Mission critical communicatie over de landsgrenzen heen
Gaan Europese hulp- en veiligheidsdiensten in de toekomst via 4G/5G-netwerken gemakkelijker kunnen samenwerken? De technische oplossingen die Airbus en Frequentis hebben ontwikkeld in het kader van BroadWay kregen een vuurdoop in drie tests op het terrein.
Het Rode Kruis van Beieren had drie scenario’s uitgewerkt: een bosbrand in Ljubljana (Slovenië), een achtervolging van drugssmokkelaars in Kerkrade (Nederland) en een ferryramp in Malaga (Spanje): drie plausibele scenario’s waarbij de samenwerking tussen hulp- en veiligheidsdiensten van verschillende landen wenselijk en soms zelfs noodzakelijk is.
Situatie vandaag
De test in Kerkrade was een uitgelezen voorbeeld van de nood aan grensoverschrijdende communicatie. Kerkrade ligt in een smal deel van Nederland tussen België en Duitsland. Zodra er zich daar een incident voordoet en je in een actieradius van 10 km moet opereren, werk je in drie landen. ‘Bij dat soort operaties bots je vandaag op twee belangrijke obstakels’, zegt Stan Dossche, Teamleader Product Development bij ASTRID. ‘De apparatuur die in het thuisland wordt gebruikt voor mission critical communicatie, met name de TETRA-radio, werkt niet op een buitenlands netwerk. Bovendien kan een gebruiker niet in een groep worden geplaatst met gebruikers van andere landen. De hulpdiensten zoeken vandaag zelf oplossingen om toch te kunnen samenwerken. Door radio’s van twee landen back-to-back te plaatsen bijvoorbeeld, of door radio’s uit te wisselen. Maar dat zijn noodoplossingen met beperkingen.’
Internationale actie
In het kader van het Europese BroadWay project waren de consortia rond Airbus en Frequentis als beste kandidaten uit de selectieprocedure gekomen. Zij hebben elk een technische oplossing uitgewerkt die de toekomstige 4G/5G-diensten voor public safety van de verschillende Europese landen met elkaar zouden kunnen verbinden. Bij de praktijktests waren telkens heel wat mensen uit verschillende Europese landen betrokken. Er was het Technisch Validatiecomité (TVC) met vertegenwoordigers uit de elf landen die deelnemen aan het BroadWay-project om de technische prestaties van de systemen te beoordelen. Voor België zetelen daarin Stan Dossche en Alexis Nootens van ASTRID. Er waren ook dispatchers uit verschillende landen aanwezig. Zij zaten bij de tests fysiek in één ruimte, maar werkten op afzonderlijke posten los van elkaar. En natuurlijk waren er mensen van de verschillende hulp- en veiligheidsdiensten van de deelnemende landen die de scenario’s in de praktijk moesten brengen. In totaal ging het om een honderdtal deelnemers.
Praktijktest in Kerkrade
Stan Dossche: ‘Alvorens een scenario werd uitgevoerd, kregen de consortia de tijd om mensen kort op te leiden om hen vertrouwd te maken met de smartphone en de bijbehorende applicatie. Hoe werkt push-to-talk op dit toestel? Hoe stuur je foto’s en video’s door? Ook de dispatchers kregen een opleiding om de gespreksgroepen met elkaar te koppelen en de communicatie op te volgen.’ Vervolgens gingen de deelnemers aan de slag met het eigenlijke scenario. Stan Dossche was erbij in Kerkrade. ‘Vanuit de abdij in Kerkrade waar alle deelnemers samen zaten, vertrok een Nederlandse wagen die zogezegd drugs vervoerde, met vier mensen aan boord. Vijf andere wagens zetten de achtervolging in. Daar was een echt politievoertuig bij van de Nederlandse politie, in de andere wagens zaten mensen die de Duitse, Nederlandse en de Belgische politie vertegenwoordigden. Samen hebben ze een traject afgelegd vanuit Kerkrade in Nederland, over de grens met Duitsland, vervolgens naar België en weer terug naar Nederland. Tijdens de rit werden er een aantal zaken getest. Konden ze blijven communiceren met de groepen in het land van herkomst? Kon de Nederlandse delegatie in Duitsland communiceren met de Duitse politie? Konden de groepen van de verschillende landen met elkaar communiceren ongeacht waar ze zich bevonden? En welke service onderbreking hebben ze ondervonden als ze een landsgrens overgingen?
Feedback
Na afloop gaven de deelnemers aan de hand van een vragenlijst feedback over hun ervaringen op het terrein. ‘Een veelgehoorde opmerking was dat de smartphones en de accessoires niet voldeden: ze waren niet robuust genoeg, niet praktisch om handsfree mee te werken enz. Ze hebben absoluut een punt’, zegt Stan Dossche. ‘Voor we mensen op het terrein sturen met nieuwe uitrusting, moet er nog uitvoerig gesleuteld worden aan de uitvoering ervan. Maar in deze fase was het in eerste instantie de architectuur van het systeem zelf die moest worden getest. Zijn de oplossingen klaar voor gebruik? Nee, daar is het nog te vroeg voor. Er waren zeker nog kinderziekten en de definitieve evaluatie moet nog worden gemaakt. We hebben wel bewezen dat een dergelijk internationaal geconnecteerd systeem technisch haalbaar is. Dat was in deze fase het allerbelangrijkste.’
Hoe gaat het verder?
Parallel met het einde van het BroadWay-project is nu een werkgroep opgericht die gaat definiëren hoe het verder gaat: BroadNet Preparation. Daarin zetelen beleidsmakers van de verschillende landen die deel willen uitmaken van het Europese BroadNet. Zij zullen de volgende stappen zetten op Europees niveau. ‘Frequentis en Airbus zullen niet per se de leveranciers worden van het nieuwe systeem’, legt Alexis Nootens uit, Product Owner bij ASTRID. ‘Maar als ze meedingen, hebben ze natuurlijk een grote technische voorsprong op andere kandidaten. Vandaag zijn bijna alle Europese landen bezig met de ontwikkeling van een eigen mission critical breedband evolutie. Hoe passen die verschillende nationale oplossingen binnen een Europees netwerk? ‘BroadNet zal een open, gestandaardiseerd systeem moeten zijn, waarop alle Europese landen hun eigen mission critical oplossing kunnen aansluiten’, legt Alexis Nootens uit. ‘Omgekeerd zal het ook de verantwoordelijkheid zijn van elk land om voor een mission critical communicatie-oplossing te kiezen die open en gestandaardiseerd is, zodat ze gemakkelijk kan aansluiten op BroadNet. Dat is een wederzijdse verantwoordelijkheid.’
Hoopvol
‘Er moeten nog veel stappen worden gezet vooraleer de interconnectiviteit van de toekomstige mission critical diensten tussen de Europese landen een realiteit wordt’, besluit Stan Dossche. ‘Een van de grote vragen die BroadNet nog zal moeten uitklaren is die van de ‘governance’ bijvoorbeeld. Wie zal verantwoordelijk zijn voor het overkoepelende Europese breedbandnetwerk? Moet er een nieuw Europees agentschap worden opgericht dat dat beheert? Maar ook op het niveau van gespreksgroepen: wie beslist welke groep wordt aangemaakt, welke procedures moeten er worden gevolgd? Het wettelijk kader daarrond bestaat vandaag nog niet. Toch was deze laatste fase van BroadWay een grote sprong vooruit. Niet alleen op technisch vlak, er is ook een vonk ontstaan bij de deelnemers van alle landen: ze hebben samen met hun collega’s uit de andere landen de dynamiek gevoeld. De tijd is rijp om dit Europese project uit de startblokken te krijgen. Yes, we can!’
