CIC Brussel probleemloos verhuisd
'Een wereld van verschil'
De provinciale meldkamer van Brussel is eind december 2020 verhuisd naar een nieuw, modern gebouw. ASTRID leidde de technische kant in goede banen.
Wat ASTRID de provinciale meldkamer noemt, heet bij de politie het Communicatie- en informatiecentrum (CIC) dat alle 101-politieoproepen behandelt. Het Brusselse CIC, een van de 11 CIC’s die België rijk is, vond eind 2020 zijn nieuwe stek in een gebouw waar onder meer ook Brussel Preventie & Veiligheid (BPV) huist, het gewestelijk orgaan dat het preventie- en veiligheidsbeleid op Brussels grondgebied coördineert.
Ons interview met Wim Gansemans, sectiechef CIC bij de Brusselse federale politie, vindt niet plaats onder een goed gesternte. Een deel van de medewerkers is besmet met het coronavirus –onder andere de Zuid-Afrikaanse variant dan nog– en alle lokalen moeten worden ontsmet amper twee maanden nadat ze in gebruik waren genomen. Maar verder geen klachten, zegt hij.
Waarom was de verhuis eigenlijk nodig?
Wim Gansemans: ‘Het Krooncomplex in Etterbeek waar we vroeger zaten, wordt verkocht. We waren de laatste dienst die er nog zat. Veel werd er ook niet meer in het gebouw geïnvesteerd, aangezien het toch zou worden afgebroken. De liften, om maar iets te zegW gen, waren geregeld defect. Het was dus een hele opluchting dat de verhuis naar dit nieuwe gebouw kon doorgaan. Een CIC verhuizen is natuurlijk niet zo eenvoudig als pakweg een interventiedienst verhuizen. Je zit met heel wat gesofisticeerde informaticasystemen, grote beeldschermen, servers enzovoort. Voor je in de nieuwe lokalen kunt intrekken, moeten alle telefoonnummers worden geprogrammeerd, alle kabeltjes gecontroleerd, alle verbindingen getest. De mensen van ASTRID en onze eigen IT-dienst zijn hier maanden aan een stuk aanwezig geweest om alles te programmeren en te testen.’
‘En er is niet alleen de meldkamer zelf, maar ook de provinciale schakelaar van ASTRID waarmee alle radio’s in het werkingsgebied verbonden zijn. Technisch gezien is zo’n verhuis dus een huzarenstukje. Bovendien was de afspraak dat wij pas zouden verhuizen nadat alle nodige verbouwingswerken volledig waren uitgevoerd, wat helaas niet meer mogelijk was door de coronacrisis. Dat heeft nogal wat puzzelwerk gevraagd en het is nu wachten op de voltooiing van de werken.’
Hoe ging de verhuis concreet in zijn werk?
Thomas Dayani, Head Infrastructure ASTRID: ‘Tijdens de overgangsperiode moest de dienstverlening van het CIC uiteraard gegarandeerd blijven. Daarom bouwt ASTRID op de nieuwe locatie altijd eerst de volledige nieuwe installatie op, als een spiegel van de bestaande. Beide installaties draaien een tijd parallel voor de eigenlijke overstap wordt gemaakt.’
‘Normaal gebeurt die overstap in één fase van ongeveer twee weken. Maar omdat de timing in Brussel van verschillende onzekere factoren afhing, hebben we een flexibele planning gemaakt om de overstap in twee fasen te laten gebeuren. In een eerste stap hebben we alle ASTRID-systemen, met onder meer de provinciale schakelaar en het bijbehorende provinciale datacenter, op de nieuwe locatie in gebruik genomen. Dat was in september vorig jaar. Pas enkele maanden later, in december, is de federale politie naar de CICmeldkamer op de nieuwe locatie verhuisd. De oude meldkamer in het Krooncomplex heeft met de provinciale schakelaar in het nieuwe gebouw ongeveer een maand gecommuniceerd.’
En dat heeft geen problemen gegeven?
Wim Gansemans: ‘Alles is perfect verlopen. Bij de uiteindelijke ingebruikname is elk meldstation gefaseerd afgekoppeld in het oude gebouw en opgestart in het nieuwe. Op een goede drie uur was die laatste stap achter de rug. Daarna was het een kwestie van nog wat te finetunen, en tegen de namiddag waren we volledig operationeel.’
Jullie zitten hier in hetzelfde gebouw met andere hulp- en veiligheidsdiensten. Heeft dat voordelen?
‘Dat is zeer nuttig. Onder meer voor onze samenwerking met het Arrondissementeel Informatiekruispunt (AIK), dat de informatie van de verschillende politiediensten verwerkt en analyseert. Hun werking is nauw verweven met het CIC. Buiten de kantooruren en in het weekend nemen we bijvoorbeeld de taken van het AIK over, met uitzondering van het permanent contactpunt. Het AIK moet ook geregeld opzoekingen in onze databases uitvoeren. Er is een constante wisselwerking: eigenlijk staan we zo goed als permanent in contact met elkaar.’
‘Tot nu toe zaten we in aparte gebouwen, verspreid over Brussel. Dat was geen onoverkomelijk probleem, maar ideaal was anders. Nu zitten we vlak bij elkaar. Dat komt het overleg ten goede want je ziet elkaar dagelijks, en het spaart tijd uit. Voor een vergadering van een uur was ik vroeger een halve dag kwijt door het Brusselse verkeer. Nu neem ik de trap. Het is echt een wereld van verschil.’
Dus jullie zijn tevreden?
‘Het is natuurlijk anders werken dan vroeger, toen we op ons eilandje zaten in ons eigen gebouw. We moeten nu rekening houden met de wensen van de collega’s, bijvoorbeeld om het interne veiligheidsbeleid op elkaar af te stemmen. Maar over het algemeen zijn mijn medewerkers bijzonder tevreden. Een nieuwe locatie, moderner, met beter materiaal en systemen die volledig up-todate zijn: allemaal pluspunten.’
‘Ook de ligging is een groot voordeel. We zitten hier op zeven minuten wandelen van het Centraal Station terwijl onze vorige locatie met het openbaar vervoer onbereikbaar was. Dat merk ik nu al aan het aantal kandidaten voor het CIC: de interesse om hier te werken, zit duidelijk in de lift.’
