
Spraakcommunicatie
Kenmerken van spraakcommunicatie via het ASTRID netwerk

De radiogebruiker communiceert met een collega, een ploeg, een dispatcher, een andere dienst of een abonnee van het openbaar vast telefoonnet of van een GSM-netwerk. Gespreksgroepen en communicatierechten worden door de gebruikersorganisaties zelf bepaald.
Groepsoproep
Spraakcommunicatie tussen verscheidene radiogebruikers binnen gespreksgroepen die in het systeem geprogrammeerd zijn. Een groepsoproep wordt tot stand gebracht door een gewone druk op de PTT-knop, in minder dan een halve seconde. De groepen worden gedefinieerd (leden en rechten) bij het nemen van een abonnement.
Groepsoproep - Late entry
Wanneer een abonnee opnieuw beschikbaar is na een zekere periode van onbeschikbaarheid, ontvangt hij onmiddellijk de lopende gesprekken die ook voor hem bestemd zijn. De onbeschikbaarheid kan bijvoorbeeld te wijten zijn aan het feit dat de radio uitgeschakeld was, dat de radio zich buiten de actieradius van het netwerk bevond of dat een andere groep geselecteerd was. Deze functie kan per gespreksgroep worden ingeschakeld.
Groepsoproep - Dynamic Group Number Assignment (DGNA)
Dankzij deze functie kan de dispatcher de samenstelling van een groep vanop afstand (over de ether) programmeren en kunnen de gebruikers onmiddellijk een bevestiging ontvangen omtrent de nieuwe groep waartoe ze behoren. Het dynamisch beheer van groepen (de zogenaamde DGNA of « Dynamic Group Number Assignment ») moet ook door de radioterminal worden ondersteund om bruikbaar te zijn. Dit groepsbeheer wordt uitgevoerd vanop een dispatching-werkstation. Op de radio van de gebruiker wordt dit weergegeven door de boodschap ‘gespreksgroep toegevoegd’.
Groepsoproep - Scanning
Wanneer deze functie wordt ingeschakeld, maakt ze het mogelijk de gesprekken van verscheidene groepen te beluisteren. De gebruiker kiest zelf de groepen die hij wil scannen door ze een prioriteitsniveau toe te kennen om tot een « rangschikking » te komen die noodzakelijk is in geval van gelijktijdige gesprekken in verschillende groepen. In dat geval hoort hij het gesprek in de groep met de hoogste prioriteit. Deze functie kan per gespreksgroep worden ingeschakeld.
Groepsoproep - Broadcast
Een broadcast call is een oproep naar meerdere gespreksgroepen tegelijk vanaf een lokale of provinciale meldkameroplossing.
Noodoproep
De radiogebruiker kan een noodoproep versturen. Noodoproepen krijgen altijd prioriteit op het netwerk, en kunnen worden verstuurd naar een groep of naar een welbepaald werkstation, meestal een dispatcher maar ook naar een PSTN/GSM nummer. De oproep wordt dan visueel en auditief gemeld om de aandacht van de dispatcher te trekken. Bovendien kan de dispatcher die de noodoproep ontvangt, de terminal permanent laten uitzenden (mits de juiste programmering) en het omgevingsgeluid rond de persoon die de noodoproep uitzond beluisteren, zonder enige ingreep van de oproeper (de ‘push-to-talk’ moet niet worden ingedrukt). Noodoproepen kunnen gebeuren via een individuele of groepsoproep. Alle noodoproepen gaan naar een gateway, van daaruit kan het oproeptype veranderen naargelang van de bestemmeling.
Individuele oproep
Door het unieke abonneenummer van een andere persoon te kiezen, brengt u een individueel, dit wil zeggen vertrouwelijk, gesprek tot stand over het ASTRID-netwerk.
De opgeroepene kan een dispatcher zijn, een andere radio-abonnee van het ASTRID-netwerk, een abonnee van het openbare vaste telefoonnet of een abonnee van een GSM-netwerk.
Individuele oproep in full-duplex
Een verbinding waarbij gelijktijdig in twee richtingen kan worden gecommuniceerd. Elke gesprekspartner kan tegelijk praten en luisteren, zonder de « push-to-talk » knop te moeten gebruiken.
CLIP (Calling Line Identification Presentation)
Identificatie van de pratende gesprekspartner, op voorwaarde dat deze dat wenst. De omzetting van het abonneenummer in alfanumerieke tekens (« alias ») is een functiemogelijkheid die in de radioterminals is voorzien.
CLIR (Calling Line Identification Restriction)
Niet-identificatie van de pratende gesprekspartner, indien deze dat wenst.
Talking Party Identification
De identificatie van de persoon die het woord neemt (abonneenummer of alias) in een gespreksgroep verschijnt op het scherm van de luisterende gesprekspartners.
Oproep naar een ander openbaar, vast of mobiel netwerk (PSTN en GSM)
Tussen een ASTRID-abonnee en een abonnee van een extern (vast of mobiel) telefoonnet. Deze mogelijkheid is echter afhankelijk van de rechten van de gebruiker.
Transmit Inhibit (Tx inhibit)
In deze werkingsmodus kiest de radiogebruiker er voor om zijn of haar radio te verhinderen een signaal uit te zenden terwijl de inkomende signalen wel verwerkt worden.
Dit kan nuttig zijn in gevoelige omgevingen zoals ziekenhuizen bijvoorbeeld.
Direct Mode Operation (DMO)
Direct Mode stelt radio's in staat rechtstreeks onderling te communiceren, zonder gebruik te maken van het radionetwerk. De reikwijdte is dus beperkt. Operationeel gezien is deze communicatiemethode interessant voor interventies buiten de dekking van het netwerk, zoals in ondergrondse parkeergarages.